SKISCHOENEN
WAAR MOET IK OP LETTEN BIJ HET KOPEN VAN SKISCHOENEN
Het uitzoeken van de perfecte skischoen is iets lastiger dan het passen van normale schoenen. Er zijn verschillende dingen waarmee je rekening moet houden, zoals de zool, de pasvorm en de flexwaarde. In dit artikel leggen we je uit wat die termen inhouden en waar je nog meer op moet letten bij het kiezen van de juiste skischoen.
Pasvorm van de schoen
Het belangrijkste bij een skischoen is de pasvorm van de schoen. Simpel gezegd: hoe goed past de vorm van de schoen bij de vorm van jouw voet. Let hierbij op de breedte, hoogte van de wreef, omsluiting/ruimte om de kuit, drukverdeling over het scheenbeen, fixatie van de hiel en druk op je enkels.
Breedte van de schoen
De breedte (in mm) die de fabrikant opgeeft, is de breedte van de binnenkant van de buitenschoen. Het is lastig dat niet alle fabrikanten de breedte meten op exact dezelfde plek van de schoen. Daarnaast hebben de dikte en het materiaal van de binnenschoen invloed op hoe breed de schoen uiteindelijk aanvoelt. Een ander belangrijk onderdeel van de pasvorm is de zool. De zool zorgt voor de juiste positie en ondersteuning van de voet in de skischoen. De standaardzolen bieden niet altijd voldoende steun; een zeer groot deel van de voetproblemen wordt opgelost met een goede zool.
Flexwaarde
Behalve de pasvorm, moet je bij het maken van je keuze letten op de ‘flex’, oftewel de stijfheid van de de schoen. Alle fabrikanten geven op hun modellen een ‘flexwaarde’ aan. Hoe hoger het getal van de flexwaarde, hoe steviger en stijver de schoen. Stijfheid is belangrijk voor het overbrengen van de druk op je ski’s. Als je op hoge snelheden skiet met veel druk, wil je dat de druk en de stuurimpulsen die jij geeft zo direct mogelijk worden overgebracht op je ski’s. Een skischoen met een hoge flexwaarde beweegt minder en brengt die druk directer over. Als je heel rustig skiet, luistert dit wat minder nauw. Een zachtere en vergevingsgezindere schoen is dan vaak prima.
Flexwaardes zijn helaas niet universeel. Flex 100 van merk A kan zachter zijn dan Flex 100 van merk B. Toch geeft de flexwaarde uiteraard wel een goede indicatie over de sportiviteit van de skischoen. De herenmodellen in onze collectie hebben flexwaardes tussen de 80 en 130, de damesmodellen variëren van 70 tot 120.
Customizen van je schoenen
Bij vrijwel alle modellen uit onze collectie, kunnen we de binnenschoenen ‘customizen’. Dat houdt in dat we de binnenschoen kunnen aanpassen aan je voet door de schoen te verwarmen. Daarnaast is het bij een aantal modellen ook mogelijk om de buitenschaal aan te passen, dit noemen wij een ‘custom shell’. Door de schaal in een speciale oven te zetten, wordt de gehele schaal vervormbaar en past deze zich aan de vorm, breedte en hoogte van jouw voet aan.
Omdat je bij het uitzoeken van de perfecte schoen op zoveel punten moet letten, is het erg lastig om online skischoenen uit te zoeken. Tenzij je al precies weet wat je zoekt, is het verstandiger om in de winkel langs te komen om te meten en te passen. Samen met jou kunnen we dan uitzoeken welke schoen het beste bij jouw voet en jouw skistijl past. Eventueel kunnen we de skischoen dan ook direct customizen.
SKISCHOENEN PASSEN
Omdat de skischoenen zo nauwkeurig en precies mogelijk jouw kracht en beweging overbrengen naar de ski’s is het essentieel dat ze goed passen. De goede maat bepaal je door:
- Als je voorover staat in je skischoenen, in vorlage, dan moeten je tenen ‘vrij’ zijn van de voorkant van de binnenschoen.
- Als je rechtop in je skischoenen staat dan moet je net de voorkant van de binnenschoen kunnen voelen met je tenen.
Als de skischoenen te groot zijn, zal je voet krampachtig proberen zich vast te zetten in de skischoen om kracht over te kunnen brengen. Dit kan kramp en vermoeide voeten veroorzaken. Pas dus, als het even kan, altijd verschillende maten van dezelfde skischoen om de meest geschikte maat te vinden.
HOE ZIJN SKISCHOENEN OPGEBOUWD?
Een skischoen bestaat uit verschillende onderdelen;
Buitenschaal
De harde plastic buitenkant wordt de buitenschaal genoemd. Het gebruikte materiaal en de dikte ervan zorgen voor de stijfheid/flex van de skischoen.
Binnenschoen
In de buitenschaal zit een binnenschoen die gevuld is met een foam, wat zich naar de voet vormt door warmte van een apparaat of door het dragen.
Schnallen/buckles
Skischoen hebben 2 tot 4 sluitingen die schnallen of buckles worden genoemd. Met de schnallen bepaal je hoe vast de skischoen komt te zitten. De meeste skischoenen hebben ook een zogenaamde microafstelbare schnallen, door aan de schnallen te draaien kan je heel nauwkeurig afstellen.
Klittenband strap
Met de strap kan je de skischoen ook nog aan de bovenkant van het scheenbeen extra fixeren. Bij freestyle/freeride schoenen zie je dat deze strap erg dik is, daar fungeert die dan bijna ook als 3e of 4e schnall van de skischoen.
Canting
De wat duurdere skischoenen hebben deze optie. Door canting kan de zijwaartse stand van de schacht aangepast worden. Dit is met name handig voor skiërs met x- of o-benen.
Spoiler
De spoiler bevindt zich, niet bij alle skischoenen, achter de binnenschoen ter hoogte van de kuitspier. Hiermee kan je de druk op de kuitspier verminderen of iemands houding meer naar voren forceren.